Overslaan en naar de inhoud gaan

Vakantieverlangen: ‘Ieder mens wil zelfstandig zijn en erbij horen.’

In gesprek met Rita Rollenberg, Stem voor Iedereen Verdient Vakantie | 11 juli 2018

‘Het is juni 2018. Ik ben zo dicht bij de zee dat ik het zoute water kan aanraken. Ik zit op een rolwagen met strandwaardige dikke banden. Marleen duwde me helemaal van de dijk tot net in de branding. Nu leunt ze naast mij op de rand van de stoel. Het voelt alsof we meedeinen op de zachte golfslag. Op en neer. Op en neer. Ik ben 52, en nooit eerder in mijn leven was is zo dicht bij de waterlijn. De golving is zalig. Ik ontspan. Ik geniet. Ik droom van meer zoals dit. Vaker zo vrij zijn. Durven dromen dat ik dit opnieuw mag meemaken. Op eigen kracht.  Het verlangen zal altijd blijven: vrij zijn en er helemaal bij horen. Zelfs met mijn beperking, die me aan mijn rolstoel kluistert.’

‘Zoals vanochtend, toen ik wakker werd in de Koninklijke Villa in Oostende. Waar de verpleegster me hielp opstaan en gereedmaken voor het ontbijt. Vriendelijk. Zacht. Dan is het weer daar: het gevoel erbij te horen, de goesting om goed gezelschap te zijn voor mijn reisgenoten.

‘Het contrast met mijn reis naar Oostende, een dag eerder, kon amper groter zijn. Ik had mijn treinreis geboekt, de Rolkar geregeld om mij van Rumst naar Berchem te brengen. Om dan in Berchem te ontdekken dat er geen lift was om mij op de trein te helpen. Een spoorwegambtenaar stuurde me door naar Antwerpen-Centraal. Met een handgebaar naar de verte kreeg ik te horen: langs ginder, altijd rechtdoor. Verder geen excuus. Geen hulp. De stress spande rond mijn hart. Ik overbrugde met mijn scooter haastig de twintig minuten afstand tussen Berchem en het Centraal Station. De trein haalde ik nipt. De spanning raakte ik de rest van de dag niet meer kwijt. 

'Een vakantie begint beter anders. Rustiger. Vriendelijker. Een vakantie hoort te beginnen als je thuis de deur achter je dichttrekt.'

‘Een vakantie hoort al begonnen te zijn als je op het station aankomt. Ach, ik kan honderden verhalen vertellen. Verhalen van winkels waar ik niet binnen kan. Van kledingrekken waar ik niet tussen kan rijden. Van bussen waar ik niet met de scooter op mag. Van vragen, regelen, puzzelen om ergens te geraken. Van alternatieven zoeken. Van altijd maar weer beroep moeten doen op andere mensen. Van dierbare momenten zoals de communie van mijn kleinzoon moeten meevieren vanaf een afstandje, omdat de kerk niet toegankelijk is. Dat schuurt altijd opnieuw. Soms heb ik alleen nog maar goesting om me op te sluiten, om het niet meer mee te moeten maken.

‘Een mens wil gewoon erbij horen en zelfstandig zijn. Dat is voor mij niet anders. Soms lukt het, zoals tijdens een heerlijke familieuitstap naar het supertoegankelijke Bokrijk. Waar ik alles vanop de eerste rij kan meebeleven. Waar ik de verwonderde gezichtjes van de kleinkinderen zie, hun vragen kan horen en beantwoorden. Waar ik overal mee binnen kan en alles mee kan beleven. Waar ik nooit ergens buiten moet wachten tot mijn gezelschap uitgelaten terugkeert.

'Erbij horen. Het is zo'n breekbaar gevoel. Zo rap kapot. Maar in een onverwacht moment kan hoop ontstaan.'

‘Terug naar juni 2018. Ik ben aan zee en ik geniet. En ik denk terug aan de tijd dat de zee voor mij onbereikbaar ver weg lag. Ik kon alleen kijken, niet aanraken. Zittend in mijn scooter keek ik elk jaar toe hoe mijn kinderen en kleinkinderen ravotten op het strand. In de verte zag ik ze kastelen bouwen en naar het water rennen. Urenlang zat ik op mijn scooter op de dijk. Genietend van hun plezier, en ook altijd met dat gevoel van veel te missen. Ik hoorden hun getater niet. Kon de lach niet op hun gezichtjes lezen. Ik was erbij, maar tegelijk ook niet. Ik hoorde erbij, bij hen, daar spelend. En toch voelde dat zo niet, daar kijkend op de dijk.

 

Rita en Marleen aan de waterlijn
Marleen en Rita in de branding. 'Hier aan het water, voel ik hoop.'

 

‘Erbij horen. Het is zo’n breekbaar gevoel. Zo rap kapot. Maar hier, nu, aan het water voel ik hoop. Alle hoop zit in dit moment, in dit voelen van de deining van het water. Ik ben blij dat mensen op het idee kwamen om strandrolstoelen naar onze kust te brengen. En ik hoop dat het hier niet stopt. Dat mensen in winkels, hotels, bussen, treinen en straten mij ooit zullen zien als een compleet mens, dat alleen maar verlangt naar evenveel vrijheid, en evenveel kansen om erbij te horen.’

Rita Rollenberg

In gesprek met

Rita Rollenberg (52) woont in Rumst. Ze bracht vijf kinderen groot en is grootmoeder van vijf kleinkinderen. Voor haar twintigste verloor ze haar beide ouders. Toen ze 22 was, werd ze ziek. Rita heeft een spierziekte en nierziekte en leeft samen met haar jongste nog studerende dochter van een invaliditeitsuitkering. Rita kan bijna niet meer stappen en heeft amper kracht in haar armen.

Rita is ‘Stem’ bij Iedereen Verdient Vakantie. In juni 2018 trok ze samen met negen andere vakantiegangers naar Oostende, waar ze op verhaal kwam, dat vormgaf en oefende om te vertellen. Want Rita wil haar verhaal vertellen, opnieuw en opnieuw. Haar hoop: een warm Vlaanderen dat toegankelijk is voor mensen met een beperking.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 11 juli 2018 in de categorie Toegankelijkheid.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |