Overslaan en naar de inhoud gaan

Kinderen

Om alles te behouden moet je alles veranderen

In gesprek met Peter Mornie | 12 mei 2021

Zon, zee en samen genieten. Voor honderden klassen en jeugdgroepen is vakantiedomein Hoge Duin in Oostduinkerke daarvoor de uitvalsbasis. Ze beleven vakantie en laten het domein bruisen van leven. Bijna elk jaar.
Dit jaar was stiller en moeilijker voor veel medewerkers. Dit jaar kwamen er toch veel meer individuele gasten en gezinnen. Dit jaar werden nieuwe kansen en wegen zichtbaar.
Peter Mornie, sitemanager van Hoge Duin, vertelt hoe het gaat, wat er nu stilstaat en vooral beweegt op het vakantiedomein.

Bruisen en ruisen

‘Met mij gaat het goed, met de Hoge Duin is het momenteel niet evident.
Vandaag zijn vier van onze 48 kamers bezet.
In het komende hemelvaartweekend zijn we volgeboekt. Super!
We spelen constant creatief in op de maatregelen van het moment én op kansen.
Van medewerkers vraagt het veel, een voortdurende flexibiliteit.
Ik vergelijk het vaak met een oorlog: niets is meer hetzelfde.

“Iedereen is hier gewoon gast. Gast onder de gasten.”

Peter Mornie

Een vakantiedomein moet bruisen van leven. Van kinderen. Dat missen we nu.
Waar anders de gezellige drukte wel eens te veel kan worden, kan de stilte nu drukken.
Ondertussen bereiken we veel meer individuele gasten.
Ze genieten van zee en zon, van vakantie, van rustig een boek lezen op de binnenkoer.’ 

Voor elke gast een warm onthaal en goede service

‘Een warm onthaal, gastvrijheid en een goede service, daar gaat het om.
Wie onze gasten, wat de omstandigheden ook zijn.
Een persoonlijke babbel kan ook mét mondmasker en op afstand.
Al leidt het wegvallen van de non-verbale communicatie soms tot misverstanden.
Een glaasje wijn drinken op de binnenkoer kan ook als terras en bar gesloten zijn.
Tijdens de rustige weken is de sfeer anders, minder levendig.
We blijven inzetten op het welkomstgevoel, gezellige inrichting en persoonlijke aanpak.
Mensen waarderen dat! Tegelijk voelen ze zich hier veilig. Omdat we daar zo zorgzaam mee omgaan.

“We hebben ontzettend veel reserveringen. Dus als alles kan doorgaan, komt er een volle bruisende tijd aan. Als.”

Toegankelijk toerisme is ook onze missie.
We zijn waakzaam voor signalen en noden, en zoeken mee naar een oplossing.
We willen financiële en andere drempels wegwerken. Voor individuele gasten en groepen.
In se weten enkel collega’s van de administratie wie korting krijgt. Dat willen we zo houden.
Iedereen is hier gewoon gast. Gast onder de gasten.

Als er weinig gasten zijn, is het vanzelfsprekend om een jarige een attentie te geven. 
Ook met 200 gasten doen we dat. Technische middelen helpen ons er dan aan herinneren.’

Op maat van de jeugd

‘Voor de zeeklassen en zomerkampen groeit de hoop.
Vanaf juni zouden de zeeklassen terug kunnen doorgaan.
Toch voor de Vlaamse scholen. Voor de Brusselse en Waalse is het nog onzeker.
We krijgen veel vragen van directeurs en leerkrachten.
We kunnen hen geruststellen over de veiligheid. We hebben de ervaring van voorbije zomer.
Twee weken op voorhand kunnen we hen draaiboeken bezorgen, op basis van wat CJT uitwerkt.
Eerder heeft geen zin, omdat maatregelen zo snel veranderen.

“Ook bij de medewerkers zijn we alert voor signalen en noden. Gastvrijheid blijven we enkel waarmaken als we goed zorgen voor elkaar.”

Ons vakantiedomein is erkend als jeugdverblijf type 3.
Op maat van de jeugd, dat merk je meteen aan onze inrichting:
speeltuigen voor de allerkleinste, een terras als voetbalplein, speeltuigen in de duinen.
In de duinen komt er weer een chillruimte met hangmatten en slingers.

We hebben ontzettend veel reserveringen.
Dus als alles kan doorgaan, komt er een volle bruisende tijd aan. Als.’

Gastvrijheid en zorgen voor elkaar

‘Het werk dat er is proberen we zo evenredig mogelijk te verdelen.
De achttien medewerkers staan vaak op technische werkloosheid.
Alle medewerkers zijn flexibel. Ik denk dat dat typisch is voor de horeca.
Iemand van het onthaal poetst ook. Morgen ga ik het ontbijt doen.

“Omdat ik op veel plekken insprong, zag ik ineens beter wat er goed en niet goed zat.”

Sommige medewerkers zijn blij met de extra vrije dagen.
Andere mensen zitten financieel heel krap.  
De lonen zijn in onze sector sowieso niet hoog. Daar schrik ik toch van.
Ook bij de medewerkers zijn we alert voor signalen en noden.
We zoeken mee naar concrete oplossingen.
Vanuit de organisatie kwam er een eenmalige premie.
Gastvrijheid blijven we enkel waarmaken als we goed zorgen voor elkaar.’

Een tijd om alles eens te herbekijken

‘Als er zoiets ingrijpends gebeurt, ga ik eerst de schade beperken, dan overschouwen en zien:
wat kunnen we gebruiken en er iets positiefs van maken? Dat is mijn manier van leidinggeven.
Ik ben hier ook vrij nieuw. Ik startte in augustus 2019 als sitemanager.
Bij het wegvallen van de gasten, kwam er ruimte om alles eens te herbekijken.
Medewerkers laten ook andere kanten en kwaliteiten zien.
Een zaalmedewerker blijkt heel creatief te zijn in de keuken, bij het verwerken van restjes.
Er kwam ook tijd om praktische en technische zaken te verhelpen.
Omdat ik op veel plekken insprong, zag ik ineens beter wat er goed en niet goed zat.
Dat zijn opportuniteiten.

“We bereikten veel meer individuele klanten, en dat willen we blijven doen.”

De pomp van onze regenwaterput werd hersteld. Zo winnen we 4000 liter water per jaar.
Alle ramen kregen een checkup en tochtstrips. Er komen laadpalen voor elektrische wagens.
Duurzame investeringen die niet vanzelfsprekend zijn in deze tijd. Maar ze zullen renderen.
Net als de nieuwe hotelsoftware van NZ-vakanties.
Ons vakantiedomein sloot het voorbije jaar af met grote verliezen.
De groep NZ-vakanties waar we deel van zijn, bleef uit de rode cijfers. Dat is ons geluk.
Zo hoeven de medewerkers niet te vrezen voor hun job.’

Veranderen om goede hospitality blijvend waar te maken

‘We willen de beleving van de klant nu verbeteren.
We bereikten veel meer individuele klanten, en dat willen we blijven doen.
Ze hebben andere wensen en verwachtingen dan de jeugdgroepen.
Hoe krijgen we daar meer zicht op? Hoe gaan we daar op inspelen?
Met ons aanbod, met de keuken, met de organisatie.
Ik denk bijvoorbeeld aan menu’s en bepaalde diëten.
We starten enkele verandertrajecten.
Nieuwe uitdagingen houden je scherp en geven kansen om te groeien.
Om alles te behouden, moet je alles veranderen.
Dat schreef de Italiaanse schrijver Guiseppe Tomasi di Lampedusa. Ik geloof daar sterk in.
Om een goede hospitality waar te blijven maken, moeten we samen evolueren.

We zijn klaar om onze deuren weer wijder te openen. Om opnieuw samen routine te vinden.
Nieuwe routines en routines die nog vaak zullen veranderen. Want de flexibiliteit zal nodig blijven. 
We vertrekken terug, samen voorzichtig in dezelfde richting.
Communicatie is hier heel belangrijk bij. Elkaar geruststellen en ondersteunen.
Uitleggen waarom we dingen doen, concrete afspraken maken, positief evalueren.
Zodat we weer kunnen schitteren in waar we goed in zijn:
mensen warm ontvangen en hen te laten genieten van de rust en de zee.
Zodat de Hoge Duin weer kan bruisen, bruisen van jeugdig enthousiasme.’
 

Peter Mornie

In gesprek met

Peter Mornie is sitemanager van vakantiedomein Hoge Duin, sinds augustus 2019. Voordien werkte hij als hoofdverpleger in een acuut ziekenhuis en was directeur van een woonzorgcentrum. De rode draad in zijn werk is een sterk geëngageerde sociale insteek. Hij ziet mensen graag, luistert naar hen, houdt van de ja-cultuur: samen voor oplossingen en nieuwe uitdagingen gaan. Zelf is hij een bosmens en op vakantie trekken bossen, paarden, koeien en stilte hem aan.

Vakantiedomein Hoge Duin in Oostduinkerke is een partner van Iedereen Verdient Vakantie, erkend als jeugdverblijf type C en ontvangt zowel individuele gasten, families als groepen (jeugdkampen, zeeklassen, …). Er is ook een bivakhuis voor groepen op het domein. Hoge Duin is één van de vakantiedomeinen van NZ-vakanties van het Neutrale Ziekenfonds.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 12 mei 2021 in de categorie Kinderen.

Els Hillaert

Neergepend door

Els Hillaert leeft op van inspirerende verhalen horen en delen, invoelend luisteren, woorden die de kern raken, zorgzaam samenwerken en meewerken aan diepgaande verandering. Sinds maart 2020 is ze verhalenwever bij Iedereen Verdient Vakantie en ook als freelancer schrijft ze graag heldere en bezielde tekst en verhalen voor waarde.n.volle initiatieven.

Want kinderen willen nu écht wel naar buiten...

In gesprek met Jana, Karen & Lynn van JOETZ vzw | 31 juli 2020

Lynn, Jana en Karen, drie enthousiaste jongedames, verwelkomen me op het terrein van de Vierhoekhoeve in Oosterzele. Hier gaat het JOETZ-vakantiekamp ‘Boerderij zoekt Boer(in)’ door, voor kinderen van negen tot twaalf jaar. In de verte zie en hoor ik een twintigtal kindjes die zich volop amuseren op de speelweide. Nee, we mogen er niet bij. De organisatoren zijn – terecht- strikt in het naleven van de coronakampregelgeving. Het blijft een rode draad in dit verhaal: ‘Wij als monitoren hebben die kampen zó hard gemist in de paasvakantie. Ook de kinderen, die lang alleen thuis gezeten hebben, genieten vandaag dubbel van het samen spelen en onbezorgd gek kunnen doen. Het zou voor iedereen een zware klap zijn moesten we terug naar een lockdown gaan. We doen er alles aan om onze kampen op een veilige manier te laten verlopen.’ Met mondmaskers op - JOETZ heeft er originele gepersonaliseerde - nestel ik me met de drie vrolijke spraakwatervallen op een bankje onder de notelaar.

We ‘mogen’ terug! Feest!

Lynn, verantwoordelijke voor de JOETZ-vakantiekampen in Oost-Vlaanderen was al sinds eind mei bezig met het voorbereiden van de hoofdmonitorenduo’s op deze wel heel bijzondere editie van de kampzomer. ‘Het was mijn taak om alle hoofdmoni’s te informeren over de kampdraaiboeken. Het doet me plezier en maakt me ook wel trots om te zien hoe ernstig alle verantwoordelijken hun extra opdrachten en verantwoordelijkheden ter harte nemen. Ook nu, in week drie van de vakantiekampen, zie ik dat iedereen de regelgeving goed blijft volgen. Ergens vreesde ik dat de aandacht wat zou verslappen, maar dat is zeker niet het geval. Integendeel. Je voelt dat iedereen er alles aan wil doen om de kampen de hele zomer te kunnen laten doorgaan.’

“Ergens vreesde ik dat de aandacht wat zou verslappen, maar dat is zeker niet het geval. Integendeel. Je voelt dat iedereen er alles aan wil doen om de kampen de hele zomer te kunnen laten doorgaan”

Lynn
Twee moni's tonen hun T-shirt
 

 

 

Jana beaamt: ‘We hielden contact met onze monitoren tijdens de lockdown. In de paasvakantie voelden we dat voor hen iets groots was weggevallen: een leegte, een teleurstelling.  We vulden de vrijgekomen tijd nuttig in met het maken van activiteiten die kinderen thuis konden doen. Met enige aanpassing kunnen we die nu ook gebruiken op de kampen.’

 

‘En toen eindelijk het verlossende bericht kwam dat de zomerkampen konden doorgaan, is onze Facebookgroep voor monitoren ontploft! Een waar virtueel feest! Iedereen was zo blij’, valt Karen bij.

 

Voor àlle kinderen en jongeren

JOETZ vzw heeft al jaren een mooie traditie om kampplaatsen vrij te houden voor kinderen en jongeren uit gezinnen in armoede, en voor kinderen en jongeren met een beperking. Deze zomer gaat JOETZ Oost-Vlaanderen op vraag van Iedereen Verdient Vakantie nog een stapje verder. Ze beseften hoe groot de nood aan vakantie dit jaar zou zijn voor kinderen en gezinnen in armoede, en creëerden daarom extra plaatsen voor hen op de vakantiekampen. Alle plaatsen raken goed ingevuld.

‘Wij maken geen onderscheid tussen de kinderen. Iedereen speelt samen. Iedereen is blij met kleine dingen die het vakantiegevoel oproepen: ander eten, een fijne locatie, weg zijn van thuis, nieuwe vrienden ontmoeten. En herinneringen maken die tijdens het nieuwe schooljaar gedeeld kunnen worden’, zegt Lynn.

“Wij maken geen onderscheid tussen de kinderen. Iedereen speelt samen. Iedereen is blij met kleine dingen die het vakantiegevoel oproepen: ander eten, een fijne locatie, weg zijn van thuis, nieuwe vrienden ontmoeten. ”

Lynn

‘Ik leerde als monitor snel dat iedereen een andere aanpak nodig heeft, zowel de kinderen als de monitoren’, vult Jana aan. ‘In mijn opleiding als kleuteronderwijzeres kreeg ik natuurlijk pedagogie en inclusief werken mee, maar hier bij JOETZ heb ik de échte praktijk ondervonden. De organisatie is doorheen de jaren gegroeid in het inclusief werken. We zijn ongelofelijk creatief in het zoeken naar oplossingen zodat iedereen zoveel mogelijk aan alles kan meedoen. De nadruk ligt op samen.’

Karen: ‘En dat maakt mij een grote fan van JOETZ. Ik ben fier op waar wij voor staan. Deze zomer zijn onze kinderen precies nog happier wanneer ze toekomen. We hebben nog geen enkel wenend kindje gezien. Ze zeggen: éindelijk kunnen we terug buiten spelen met vriendjes! Ook al zijn de kinderen zich bewust van de ietwat speciale situatie, ze vinden dat ze op kamp toch “het gewone leven” van voor corona kunnen ervaren. Hier hoeven ze in hun bubbel onderling geen afstand te houden.’

Boerderij
 

Proper

Voor het monitorenteam is er extra werk. Elke avond worden douches en toiletten gepoetst en ontsmet. Het maakt de kampbeleving een beetje anders. ‘We rusten nu veel meer dan op vorige kampen, omdat we sneller moe zijn door het extra werk. Maar we doen het met plezier, want hoera, we zijn op kamp, hé! En de mensen van de Vierhoekhoeve helpen enorm mee om alles netjes te houden. Het is nog nooit zo proper geweest op onze kampen’, zegt Jana met wat ondeugende uitdagendheid in haar stem.

Jana ondervond trouwens aan de lijve hoe de regels toegepast worden: ‘Vorige week, twee dagen voor een ander vakantiekamp waar ik hoofdmoni zou zijn, werd ik ziek. Waarschijnlijk van het eten van een slechte mossel. Ik werd voor alle zekerheid getest, en mocht pas mee als het resultaat negatief zou zijn. Het was even wachten, waardoor ik een week kamp gemist heb. Een dikke domper, maar heel begrijpelijk dat er geen risico’s genomen worden. Ik ben nu dus extra blij dat ik er opnieuw bij kan zijn.’

Die vreemde maar prachtige zomer van 2020

Jana: ‘Als de zomer voorbij is, begin ik al van de volgende kampen te dromen. Ik zou alle ouders aanraden om hun kinderen mee op kamp te laten gaan. Even weg van dat scherm, samen buiten spelen, genieten van het goede leven.’

“Het is wel wat raar met al die mondmaskers, maar het is zo fijn om eindelijk eens ergens anders te zijn en plezier te kunnen maken met andere kinderen.”

Alyssa

Op veilige afstand kan ik een babbeltje doen met kampdeelneemster Alyssa. Die nieuwsgierige 11-jarige heeft minstens evenveel vragen voor mij, als ik voor haar. Ze is heel blij om op kamp te zijn, want ze voelde zich lang alleen. 

Vierhoekhoeve
 

Alyssa: ‘Het is wel wat raar met al die mondmaskers, maar het is zo fijn om eindelijk eens ergens anders te zijn en plezier te kunnen maken met andere kinderen. Ik zie graag dieren, en dat is ook zo leuk op deze boerderij. De honden zijn superlief en schattig. Ik heb zelf ook nog twee honden gehad, een bordercollie en een Duitse herder. Aan andere kinderen zou ik vertellen dat ze zeker ook op vakantiekamp moeten gaan want dat is keileuk. Misschien ben ik wel een klein beetje ongerust dat het kamp zou moeten stoppen, maar gelukkig zijn we nu een bubbel. We moeten er aan denken dat we afstand houden met de monitoren, en dat zijn we al gewoon aan het worden. De monitoren zijn trouwens heel tof! Ik ga veel mooie herinneringen mee nemen naar huis.’

 

Karen besluit: ‘Een zomer zonder JOETZ, dat kan ik me niet voorstellen. Op onze kampen kan ik mijn batterijen volledig opladen. Het plezier dat we onder elkaar hebben met de monitoren, de lachende gezichten van de kinderen, de dankbare ouders, kindjes die jaar na jaar terug komen... Onze ploeg hangt zo stevig aan elkaar, het is een echte vriendenploeg. Of meer nog: een JOETZ-familie. Samen vakantie mogelijk maken voor anderen, dat is wat ons bindt en drijft. ’

Foto’s: Els Meersschaert
Vlag JOETZ

In gesprek met

Jana Van Luchem en Karen De Backer zijn vrijwillige hoofdmonitor bij JOETZ vzw. Jana is doorheen het jaar kleuteronderwijzeres en Karen verzorgt de klantencontacten bij een metaalbedrijf. Hun vakanties staan volledig in het teken van de JOETZ-kampen. Liever dan zelf op vakantie te gaan, genieten ze van het organiseren van fijne activiteiten voor kinderen en jongeren, en het animeren en begeleiden van de diverse monitorenploegen.

Lynn De Rouck is verantwoordelijk voor de JOETZ-kampen in Oost-Vlaanderen. De hele zomer is ze aanspreekpersoon voor de hoofdmonitoren van de verschillende kampen, en ze probeert ook elk kamp even te bezoeken. Ze deed de voorbereidingen om alle kampen coronaproof te kunnen laten verlopen.

JOETZ vzw is een landelijke jeugdvereniging die, als partner van de Socialistische Mutualiteiten, optreedt als gezondheidspromotor voor, door, met en bij kinderen en jongeren van 3 tot 30 jaar, via activiteiten en vormingen, zowel lokaal, bovenlokaal als internationaal.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 31 juli 2020 in de categorie Kinderen.

Els Meersschaert

Neergepend door

Els Meersschaert is altijd onderweg, met mensen. Vanuit haar woonplaats Elversele duikt ze met veel plezier de wereld in om af te spreken ergens in het land, voor een babbel, lekker eten, een koffie of een aperitief. Verbinding en echte ontmoeting creëren via betekenisvolle gesprekken, samen ontdekken en waarderen van wat werkt geeft Els energie. Verhalen van mensen over momenten die ze zelf beleefd hebben, vormen de basis van haar werk als facilitator bij tussentijd.

Over de geboorte van Akindo: ‘Zelfs in de naam stond het kind centraal’

In gesprek met Cecile Ochelen, monitrice van het eerste uur bij Lommels vakantiemaker | 29 mei 2020

Zelf realiseerde ze het zich niet onmiddellijk, maar door haar 80 jaar behoort ze deze dagen wel degelijk tot de 'kwetsbare generatie’. In 1966 was zij het die zich inzette om kansarme kinderen een vakantie te laten beleven, al was het woord ‘kansarm’ nog niet uitgevonden. Cecile Ochelen, mijn mama, stond mee aan de wieg van Akindo vzw, en ze vertelt mij erover nu daar door een vreemde crisis plots tijd, goesting, en een aanleiding voor is. Ondanks de door laptopschermen overbrugde afstand, was het misschien wel ons langste ononderbroken gesprek in jaren.

Kristien en Cecile
 

Praten is goed, maar laten we ook iets doen!

Cecile: ‘Als jonge twintiger sloot ik me aan bij de KJM, de Katholieke Jongeren uit de Middengroepen. Ik deed mee omwille van de interessante culturele programma’s en de gespreksavonden die ze organiseerden. Je moet je voorstellen dat mijn leefwereld heel klein was. Ik woonde in Hasselt, volgde daar de Normaalschool(*) en ging meteen lesgeven in dezelfde wijk. Ik groeide op in een beschermd milieu en behalve een daguitstap naar de kust of de Ardennen (wij hadden het geluk van een auto doordat pa handelsvertegenwoordiger was), was reizen er in onze kindertijd niet bij. Ik voelde de behoefte om mijn wereld uit te breiden en jongeren te ontmoeten uit andere plaatsen.’ In gedachten zag ik de jonge Cecile in gesprek met leeftijdgenoten uit Nederland, Frankrijk of Italië, maar zij zegt ‘bijvoorbeeld uit Bilzen, Overpelt,…’ Om je horizon te verruimen moe(s)t je de provinciegrens niet over. ‘De gespreksavonden waren boeiend, maar met een groepje van een tiental vrouwen (mannen hadden destijds een aparte groep) wilden we naast dat praten, ook iets ondernemen!’ Actie werd de A uit Akindo.

Plezier en ontspanning: een recht van alle kinderen

‘Doordat de meesten van ons in het onderwijs stonden, zagen we in de jaren ’60 dat sommige gezinnen tijdens de schoolvakanties op reis begonnen te gaan, en dat niet alle kinderen die luxe hadden. Toen ik klein was betekende het woord vakantie nog niet waar gaan we naartoe? Vakantie was niet naar school gaan en vooral thuis plezier maken. Spelen op het ‘koerke’ met broers en zussen, en vriendinnekes. Maar we wisten dat er kinderen waren die zelfs zo’n ontspannende thuisvakantie niet kenden. Soms omdat ze niet eens een thuis hadden, en het jaar rond in een zogeheten ‘instelling’ verbleven. Zo kreeg het idee vorm om voor hen iets te doen. Omdat we vonden dat plezier en ontspanning een recht van alle kinderen was.’

In (het woord) Akindo staat het kind centraal

Ze herinnert zich een halve nacht vergaderen over een geschikte naam: ‘Ik weet niet meer welke afkorting we er uiteindelijk aan verbonden, maar wel dat ons vertrekpunt was dat het ‘kind’ centraal moest staan.’ Akindo was geboren.

‘Veel was er niet nodig om in de zomer van 1966 onze eerste vakantieweken te organiseren. De proost(**) van de KJM was de drijvende kracht achter de praktische uitwerking. Hij nam contact op met instellingen waar kinderen met een moeilijke thuissituatie ‘geplaatst’ werden, en ook met onder andere de Wiekslag. Vandaar kwamen dus onze eerste deelnemers.

We mochten een nieuwe vleugel gebruiken van het college in Heusden. Er was niets behalve dat gebouw met een slaapzaal, een keuken, een eetzaal, sanitair en een grote speelplaats, maar het was een succes! Mensen uit de buurt brachten ons groenten uit hun tuin, vrijwilligers kookten, en wij zongen, bedachten de hele dag door spelletjes of lazen voor. Daarbij waren we vastbesloten dat het niet schools mocht zijn (ondanks de locatie en het feit dat we onderwijzeressen waren!). Het enige doel was plezier en ontspanning bieden in een andere omgeving. De kinderen waren heel aanhankelijk, en met één van die eersten heb ik nog lang contact gehad (via kaartjes en brieven) tot ik zoveel jaren later haar dochter bij mij in de klas kreeg. Dat was voor mij een mooi moment.’

Primitief maar vooral huiselijk

‘Voor de 2de editie wilden we een meer inspirerende omgeving, met wat groen en ruimte voor creativiteit. Er geraakten steeds meer mensen betrokken bij ons initiatief, en via-via vonden we de leegstaande directeurswoning van ‘Lommel fabriek’ die we voor een symbolisch bedrag mochten huren, inclusief 4ha bos! Het huis had lang leeg gestaan maar werd dankzij de gezamenlijke inspanning van heel wat vrijwilligershanden tijdens weekends en vakanties, in ijltempo opgeknapt. Er waren kamers, wat voor de kinderen al veel huiselijker was dan een slaapzaal. En huiselijkheid was precies wat we hen wilden geven. Ik herinner me dat de echtgenote van de toenmalige fabrieksdirecteur ons het eerste jaar heeft bezocht, en ze was onder de indruk! Dat was ook meteen de enige ‘inspectie’ die we over de vloer kregen… dat zal nu waarschijnlijk wel anders zijn!

 

In juli 1967 ontvingen we de eerste kinderen in Lommel. Door hedendaagse ogen zal het er primitief hebben uitgezien, maar wij vulden de dagen met bosspel, verstoppertje, verkleedpartijtjes, liedjes zingen, en in de namiddag vaak een wandeling door de Lommelse Sahara met als hoogtepunt een picknick en boterhammen met choco! Ik kan me voorstellen dat je daar vandaag geen kind meer warm voor kan krijgen, nu in bijna elke tuin een schommel en een trampoline staat?’ Ik beloof mama dat we dit samen –wanneer het weer mag- eens met eigen ogen gaan onderzoeken.

We stelden geen vragen, ons enige doel was om hen allemaal een ‘schoon week vakantie’ te geven

‘De meeste kinderen kwamen uit zogeheten instellingen of kindertehuizen, in die tijd meestal gehuisvest in kloosters. Ze werden daar geplaatst om verschillende redenen en leefden op de achtergrond van de maatschappij. Veel mensen waren zich allicht niet eens bewust van hun bestaan. We ontvingen, via OCMW’s, ook kinderen uit arme gezinnen, en uit de mijnstreek de eerste kinderen van andere origine.

 

We moesten er een paar goed in het oog houden, maar eigenlijk waren dat allemaal brave kinderen. Heel dankbaar, aanhankelijk en enthousiast. In die tijd waren kinderen zo opgevoed dat ze een zekere afstand tot volwassenen bewaarden. Ik herinner me niet meer hoe ze ons aanspraken, maar ik denk dat kinderen nu veel mondiger en rechtuit zijn. Vertellen over hun persoonlijke situatie deden ze slechts sporadisch, en we vroegen daar ook niet naar. Ons enige doel was om hen allemaal een ‘schoon week vakantie’ te geven. Ook de nonnekes van de kloosters waren ons daar heel dankbaar voor.’

Aan vrijwilligers nooit gebrek

‘Van in het begin hadden we veel vrijwilligers. Het ging al snel van mond tot mond dat je bij Akindo in een fijne groep terecht kwam. Sommige monitrices bleven dan ook jaar na jaar ‘hangen’, waardoor Akindo een soort familie werd. Wat het met ons deed? Vooral veel deugd van het voor kinderen mogelijk te kunnen maken om te genieten en plezier te maken!’

Wanneer ik mama terloops vertel dat Akindo nog steeds een populaire plek is bij vrijwilligers, zegt ze ‘toch een wonder eigenlijk, dat onze actie van toen al meer dan 50 jaar heeft overleefd. Iemand moet het toch altijd weer overnemen!’ Het stemt haar hoopvol dat ze tegenwoordig meer initiatieven ziet ontstaan voor kinderen die het moeilijk hebben. Dat deze kinderen nu ook zichtbaarder zijn in, en deel zijn van de samenleving, en dat er over hen wordt geschreven. Ook met nieuwe opleidingen is ze blij, zoals ‘sociale readaptatiewetenschappen’ wat de vriendin van haar kleinzoon nu volgt. ‘Vroeger was er alleen kleuterleidster of onderwijzeres en daar leerden we niets over de specifieke noden van kinderen in bijzondere situaties. Hopelijk helpt dat allemaal om meer mensen uit die moeilijke cirkel te trekken, zodat zij hun eigen kinderen later meer mogelijkheden kunnen geven.’

Niemand mag onder een stolp leven

Ik wil nog graag weten wat Akindo voor haar persoonlijk heeft betekend.

‘Ik kreeg een wereld te zien die ik voordien niet kende, en leerde meer noden zien in de maatschappij. Als lerares denk ik dat ik in mijn klas ook bewust meer aandacht ging geven aan bepaalde kinderen. En mijn eigen kinderen probeerde ik vooral niet onder een stolp groot te brengen. Ik denk toch dat dat gelukt is…’.

Ik geef haar de bevestiging die ze met die laatste zin voorzichtig zoekt. Door ons aan te zetten tot lezen en reizen, leerde ze ons (en de honderden meisjes die ze les gaf) op haar beurt dat er vele werelden bestaan naast de onze. En ik bedenk dat ik zonder haar engagement van toen, misschien nu geen verhalen zou schrijven voor Iedereen Verdient Vakantie. Bedankt voor de fakkel, mama. Ik zal hem brandend houden en doorgeven.

 

(*) De normaalschool is een verouderde benaming voor het schooltype waar onderwijzers opgeleid werden
(**) Priester en geestelijke begeleider die een katholieke organisatie inspireert of voor het spirituele aspect van de vereniging zorgt
Foto's: Kristien en Cecile

In gesprek met

Cecile Ochelen werd in december 1939 in Hasselt geboren en was van 1958 tot 1993 gepassioneerd onderwijzeres in het 6de leerjaar van een lagere meisjesschool in de Zegestraat in Hasselt. In die stad kan ze niet rondlopen zonder door oud-leerlingen te worden herkend, en meestal herinnert ze zich dan ook nog de juiste naam. Ze is moeder van 2 en grootmoeder van 5 en probeert iedereen aan het lezen te krijgen. Zij is degene die de bibliotheek boekentips stuurt in plaats van omgekeerd. Na haar pensioen vrijwilligde ze ook lang voor de Wereldwinkel in Zonhoven, waar ze sinds 1973 samen met haar man woont.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 29 mei 2020 in de categorie Kinderen.

Kristien Fransen

Neergepend door

Onvermijdelijk aangetrokken tot wat nog niet verteld of niet gehoord werd, wil Kristien Fransen skinny stories helpen groeien tot fat stories, en small talk verleiden tot big talk. En dat daardoor iemand eens een andere kant uitkijkt. Kristien is Storyweaver bij Iedereen Verdient Vakantie.

Ook nu: we blijven er zijn voor kinderen

In gesprek met Yolan Steyaert | 6 mei 2020

‘De kracht in een kind is als een plantje. Als dat te weinig aandacht krijgt, kunnen de blaadjes en alles boven de grond afsterven. Maar het zaadje en de wortel blijven krachtig. Geef je dat plantje wat aandacht en empathie, dan begint het meteen weer te groeien. Jammer genoeg zijn die aandacht en empathie een van de eerste dingen die wegvallen bij sommige kinderen.’ Yolan Steyaert werkt voor de kinder- en jongerenhulplijn Awel. Ook is hij vrijwilliger bij Akindo, een vakantieorganisatie die zomerkampen organiseert voor kinderen uit kwetsbare milieus. ‘Bij Awel zeggen we dat de kracht voor de oplossing al in de persoon zit. Als je mensen ruimte en aandacht geeft, komen ze zelf met de oplossing. Die kracht is moeilijk uit te doven.’

Yolan Steyaert is stafmedewerker bij Awel. Via telefoon, chat, mail of op het Forum kunnen kinderen en jongeren er terecht met alles wat hen bezighoudt. Alle gesprekken zijn in het volste vertrouwen en anoniem. Meer dan 400 vrijwilligers staan paraat. ‘Als stafmedewerker ondersteun ik die vrijwilligers. Op een meta-niveau want Awel is ontstaan als organisatie die volledig op vrijwilligers draait. Vrijwilligers beantwoorden niet alleen de hulplijn maar ondersteunen ook elkaar in hun taken. Ze nemen allerlei extra engagementen op om de werking te doen draaien. Ze hebben in hun rol bij Awel allemaal eigenaarschap en eindverantwoordelijkheid.’

Er blijven zijn voor kinderen

Toen de quarantaine werd afgekondigd beseften ze bij Awel meteen dat het alle hens aan dek zou zijn. Yolan: ‘We dachten aan alle hulpverlening die weg zou vallen. Zoals psychologen en andere begeleiding. We verwachtten ons zeker aan meer oproepen.’ Al een geluk dat Awel pionier is in het volledig online werken. De overheid sprak de organisatie meteen aan om naast Tele-Onthaal als een van de grote aanspreekpunten te dienen.

“Zoveel betrokkenheid. Vrijwilligers doen nog veel meer moeite dan normaal en zetten zich elke maand extra uren in om te luisteren naar kinderen en jongeren.”

Yolan Steyaert

Yolan: ‘We moesten praktisch niet veel aanpassingen doen want de vrijwilligers werken al vooral van thuis uit. We kregen meer oproepen van kinderen met zwaardere thema’s. Dat drong wel stevig door. Kinderen die thuis mishandeld worden of een ouder hebben met een alcohol- of drugsverslaving. Het is in deze lockdown nog moeilijker om iets te doen.’

Dan ziet Yolan wat voor moois zo’n crisis aan de gang zet: ‘Meteen nam het Vertrouwenscentrum voor Kindermishandeling contact met ons op met de vraag of ze online ondersteuning konden aanbieden voor de vrijwilligers. Het was ook schoon om te zien hoeveel mensen zich hebben aangediend als vrijwilliger. Zoveel betrokkenheid. Vrijwilligers doen nog veel meer moeite dan normaal en zetten zich elke maand extra uren in om te luisteren naar kinderen en jongeren.’

Uitkijken naar weerzien

Yolan zit in een werkgroep die het vakantiebeleid van Akindo richting geeft: ‘Ook met Akindo zijn we online samengekomen om na te denken over wat kunnen doen voor de kinderen die bij ons op vakantie komen. We hebben een filmpje gemaakt waar we alle monitoren vroegen om een dansclipje in te sturen. Dat hebben we gemonteerd, op een muziekje gezet en via al onze kanalen de wereld in gestuurd. Om de kinderen te laten weten dat we aan hun denken. We kijken uit naar de zomer om elkaar weer terug te kunnen zien.’

Alles werkt nog, maar trager

 ‘Ik vind het interessant hoe de maatschappij nu zo vertraagt’, merkt Yolan op. ‘Alles werkt nog wel, maar trager. Ik besef dat mijn situatie gunstiger is dan die van andere mensen. Maar het mag in de toekomst wel wat trager blijven gaan. Niet moeten hollen naar een hobby, een afspraak… Zalig!’

“Het mag in de toekomst wel wat trager blijven gaan. Niet moeten hollen naar een hobby, een afspraak… Zalig!

Lijnvluchten, evenementen, grote festivals, … Yolan ziet dat alles wat vroeger superbelangrijk was, nu met boe noch ba wordt afgezegd. Yolan: ‘Alle dingen waar ik van dacht dat ze essentieel waren, gaan nu opeens niet door en toch gaat het leven verder. Was het Darwin die zei: It's not the strongest of the species that survives, but the one most responsive to change?’

 

De ochtend na het interview horen we de directrice van Akindo Kristien van Camp op Radio 1. Ze pleit ervoor om vakantie voor kinderen in precaire situaties toch door te laten gaan. Er is op dit moment nog geen beslissing gevallen.

Bekijk hier het filmpje van Akindo.

 

Headerfoto: khamkhor via Pixabay
Yolan Steyaert

In gesprek met

Yolan Steyaert,  27 jaar, geboren en getogen in Leuven waar hij ook psychologie studeerde. ‘Toen ik begon dacht ik therapeut te worden maar via stages en vrijwilligerswerk ben ik veel in aanraking gekomen met het jeugdwerk. Daar heb ik mijn hart wat verloren en nu ben ik heel blij met mijn uitdagende job bij Awel. Het voelt geweldig om te kunnen werken voor een organisatie waar ik 100% in geloof en die volgens mij een heel belangrijke rol heeft in de maatschappij.’

Dit verhaal werd gepubliceerd op 6 mei 2020 in de categorie Kinderen.

Carine Geboers

Neergepend door

Carine, 41 jaar, werkt als netwerkverbinder bij Iedereen Verdient Vakantie. Ze heeft extra aandacht voor het Vlaamse Rap Op Stap netwerk en voor de provincie Limburg.

Nieuwsgierig naar wat er leeft in het grote netwerk Iedereen Verdient Vakantie richt ze haar oren als grote satellietschotels naar iedereen die wil vertellen.

‘Verhalen, ze geven onze werking richting, inspireren en motiveren ons team om het nog beter te doen. Verhalen geven dat grote netwerk Iedereen Verdient Vakantie vorm, ze maken het tastbaar. Ze zijn ons kostbaarste goed. Met veel zorg verzamelen wij ze.’

Een jeugdverblijf als hefboom voor een bloeiende lokale gemeenschap

In gesprek met Erwin Eraerts en Sabine De Groote | 8 oktober 2019

Verstopt in de heuvels van de Vlaamse Ardennen zit het kleine dorpje Dikkele. Midden in die kleine dorpsgemeenschap prijkt jeugdverblijf Oud Klooster. Kinderen komen er tijdens schoolweken en in weekends naar hartelust ravotten en ontdekken. Het verhaal van het Oud Klooster is meer dan vakantiekansen bieden aan kinderen. Het vertelt ook over de verbinding die kan ontstaan tussen jeugdtoerisme en de lokale gemeenschap.

Dikkele
 

Heel wat dorpelingen zijn immers vervlochten geraakt met het jeugdverblijf. Die ervaring van gemeenschapsontwikkeling is ook herkenbaar in de werking van het Oud Klooster zelf. Voor sommige jongeren werd de oase in Dikkele een beetje een ‘thuis’, waar ze in verbondenheid met anderen de handen uit de mouwen steken. 

Een evidentie

Initiatiefnemer Erwin Eraerts vertelt dat hij een heel proces heeft afgelegd met de dorpelingen van de kleine dorpgemeenschap. ‘Ik heb veel druppels gedronken,’ lacht hij. Sommige bewoners waren aanvankelijk afwachtend, anderen kwamen meteen oud servies brengen.

‘Als we in onze eerste jaren een nieuwjaarsreceptie organiseerden, nodigde ik al mijn vrienden en kennissen uit, om toch wat volk te hebben.’ Intussen blijkt dat niet meer nodig. ‘Tweederden van de dorpelingen is van de partij als we iets organiseren.’

“Tijd geven en nabijheid creëren, dat is wat wij hier doen.”

Erwin

Deze zomer werd er in het dorp ter ere van het Belgische kampioenschap wielrennen een scherm en een drankkraam geïnstalleerd. Achteraf brachten de dorpelingen de opbrengst naar het Oud Klooster voor hun steunfonds dat klasvakanties helpt mogelijk maken voor kinderen in kansarmoede. ‘Alsof het een evidentie was. Dat toucheerde mij wel moet ik zeggen.’

Dikkele
 

Idee!

Niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn is geweest. Het renoveren van het Oud Klooster bleek een ambitieus project. Bovendien waren niet alle buren enthousiast over het plan van een jeugdverblijf in het dorp. Erwin heeft in het hele proces veel steun ervaren van het team en het netwerk van Iedereen Verdient Vakantie. In zo’n netwerksamenkomst ontdekte Erwin dat niet alle scholen voldoende middelen hebben om klasjes op vakantie te laten komen. ‘Op een van de brainstorms van het netwerk kwam ik op het idee om zelf een steunfonds te starten,’ legt hij uit. Vandaag kunnen scholen vanaf een bepaald percentage kinderen met een kwetsbare economische achtergrond, voor een deel van de kosten beroep doen op het fonds.

Nabijheid

Erwin werkte jarenlang als jeugdwerker voor Bijzondere Jeugdzorg. Waarom was het zijn droom om in een klein dorp een jeugdverblijf op poten te zetten? ‘Het is me vooral te doen om het creëren van een plek waar mensen kunnen thuishoren,’ zegt hij. Hij legt uit dat hij niet de man is van grote pedagogische processen of ellenlange gesprekken. ‘Tijd geven en nabijheid creëren, dat is wat wij hier doen.’ Erwin vertelt over de vele mensen die bij het Oud Klooster zijn gaan horen. Ik begrijp dat het niet alleen gaat om de vakanties zelf maar ook om de gemeenschap die ontstaat, rond het vakantiehuis.

“Op een van de netwerkbrainstorms van Iedereen Verdient Vakantie kwam ik op het idee om een steunfonds te starten.”

Erwin

Zo is er bijvoorbeeld Sam*. Hij heeft een verstandelijke beperking en verzeilde aanvankelijk in het Oud Klooster na een uitstap met de psychiatrie van Velzeke. Later was de zorg in Velzeke afgerond maar de weg naar het Oud Klooster had Sam intussen gevonden. ‘Sam wordt opper-gelukkig van de grasmachine en ik word opper-gelukkig als ik het gras niet moet afrijden,’ zegt Erwin lachend. ‘Zopas belde Sam nog op: Erwin, ik kom vandaag al want morgen gaat het regenen.’

Thuis

Er is ook Niels*. Als kleine jongen werd hij geplaatst in de instelling waar Erwin werkte. Toen hij opgroeide merkte Erwin dat Niels af en toe eens weg moest kunnen van de instelling. Zo werd hij kind aan huis bij het Oud Klooster. Intussen is Niels volwassen. Hij heeft een hobbelig parcours achter de rug met onder andere een traject in schuldbemiddeling en een periode op straat. Maar hij is ook vader geworden en heeft een paar zaken op orde gekregen. ‘Ik heb het hem nooit gevraagd,’ zegt Erwin, ‘maar Niels beschouwt het als zijn taak om hier de heggen te scheren. Het is iets dat ik mij niet moet aantrekken. Niels zorgt daarvoor.’ Hij is er zichtbaar ontroerd over.

Dikkele
 

Sam en Niels zijn niet de enigen die een stukje thuis of steun hebben gevonden in het Oud Klooster. Er zijn nog meer verhalen. Ik vraag aan Erwin waar die grote drive vandaan komt om zoveel mensen te helpen. ‘Twaalf jaar in bijzondere jeugdwerk, dan weet je het wel,’ zegt hij. ‘Het overtreft je verbeelding wat sommigen thuis hebben meegemaakt.’ Even is het stil. ‘Ik zal je een voorbeeld geven. Ik stond jarenlang op een dienst waar geplaatste kinderen arriveerden. Een jongen maakte ‘s nachts hondengeluiden. Hij had vier jaar lang in het hondenhok geslapen.’

Ik weet even niet wat gezegd.

Feest

Van 1965 tot 1988 stond Dikkele bekend om de jaarlijkse bierfeesten. Erwin heeft intussen met een aantal dorpelingen een werkgroep opgericht om de festiviteiten terug in het leven te roepen. Hij geniet er duidelijk van om zulke dynamieken terug in het dorp te brengen. ‘Het is er mij om te doen om mensen samen te brengen,’ zegt Erwin, ‘en met de accommodatie die wij hier hebben is er heel wat mogelijk!’

“Tweederden van de dorpelingen is van de partij als we iets organiseren.”

Eigenlijk, bedenk ik als ik de groene heuvels weer verlaat, is Erwin bezig om een nieuw soort van gemeenschap te creëren. Het weefsel dat er al was tussen de dorpelingen, wordt versterkt, en nieuwelingen vinden er een stukje thuiskomen. En dat alles met een jeugdverblijf als hefboom.

 

* Sam en Niels zijn fictieve namen.

Erwin en Sabine

In gesprek met

Erwin Eraerts en zijn vrouw Sabine De Groote runnen het jeugdverblijf Oud Klooster in Dikkele, een dorp van 180 inwoners bij Zwalm. Ze richten zich vooral op lagere schoolkinderen en hebben een steunfonds voor scholen die veel kinderen met kwetsbare economische achtergronden op de banken hebben. Ook organisaties kunnen voor hun meerdaagse activiteiten in het Oud Klooster terecht.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 8 oktober 2019 in de categorie Kinderen.

Eva De Groote

Neergepend door

Eva De Groote dwaalt nieuwsgierig rond om mensen te ontmoeten en kleine verwonderingen in woorden te vatten. Met een voorgeschiedenis als organisator in de kunsten is ze vandaag onafhankelijk aan de slag als romanschrijver en verhalenvinder. 

Kinderen vinden adem, avontuur en troost in de Vlaamse Ardennen

In gesprek met Aure Deroubaix | 10 september 2019

 

The Outsider Club vzw zet avontuurlijke kampen en activiteiten op poten voor jongeren van zes tot dertig jaar. Er is daarbij bijzondere aandacht voor kansarme jongeren en mensen met een beperking. Ik trek er vandaag op uit naar de Vlaamse Ardennen waar het hart van The Outsider Club klopt. Als ik aankom bij de Donkvijver in Oudenaarde zie ik overal opgewonden gezichten. Een groep kinderen is druk bezig met een zoektocht rond het meer. Anderen zijn uitgedost in surfkledij en maken zich klaar om het water op te gaan.

Aure Deroubaix is een van de vele monitoren verbonden aan The Outsider Club. Haar avontuur bij de club startte toen ze jaren terug zelf een jongerenkamp volgde. Later volgde ze de animator- en monitorcursus en sinds twee jaar begeleidt ze zelf kampen. De ervaringen die ze bij de club verzamelde doen haar anders naar haar eigen toekomst kijken.

Zullen we even praten?

Het eerste kamp dat Aure begeleidde was een avonturenkamp speciaal voor kinderen uit maatschappelijk kwetsbare situaties. Ze vertelt er meteen bij dat dit de kampen zijn die ze het liefste begeleidt. ‘Verschillende kinderen zien we zo goed als elke schoolvakantie terug,’ zegt ze. ‘Er groeit zo een hechte band met sommige van hen.’ Maar is er ook een strikte aanpak nodig, leerde Aure. ‘Meer dan bij de andere kampen moeten we  zorgen voor duidelijke regels en afspraken. Het is wel eens nodig dat we streng en kordaat optreden.’ Tegelijk weten de kinderen haar regelmatig te verrassen met hun openheid. Zo was er een kind dat op een van de rustige momenten in het kamp op Aure afstapte om op de man af te vragen: heb je tijd om met mij te praten?

Uitwisselen

Tijdens zo’n avonturenweek komen er tussen het kayakken en het klimparcours veel verhalen naar boven. Sommige kinderen wonen het grootste deel van het jaar in een instelling, anderen zitten in een heel moeilijke thuissituatie. ‘Ze hebben soms best wel heftige verhalen,’ zegt Aure, ‘maar ze praten erover met elkaar en met ons.’ Wat haar ook opvalt is dat er veel solidariteit is onder de kinderen. Ze wisselen concrete ervaringen met elkaar uit. Sommigen zitten in leefgroepen in de instelling waar ze verblijven, anderen in leeftijdsgroepen. ‘Dan zitten ze onderling de voor- en de nadelen van beide systemen met elkaar te vergelijken,’ zegt Aure met een glimlach.

“Het was zo mooi om te zien hoe de twee jongens uiteindelijk gingen zitten om te praten in plaats van te slaan.”

Aure Deroubaix

 

Luistervinken

Het gaat er ook wel eens hard aan toe. ‘Vandaag nog brak er een stevige ruzie uit tussen twee van de jongens, er kwamen vuisten aan te pas.’ Aure vertelt hoe zij en haar collega-monitoren probeerden in te praten op de jongens apart. Waarom waren ze boos? Wat was de oorzaak van hun frustratie? Konden ze proberen om erover te praten? Er verschijnt een grote glimlach op het gezicht van Aure. Ze vertelt hoe ze stond te luistervinken aan de deur en hoorde hoe de jongens het uiteindelijk op hun manier probeerden bij te leggen. ‘Het was zo mooi om te zien hoe de twee gingen zitten om te praten in plaats van te slaan.’

Tranen

Een avonturenkamp als dit zit vol van de ontroerende momenten. ‘Dit is nu mijn derde jaar als monitor,’ zegt Aure. ‘Sommige kinderen heb ik in die drie jaar al echt goed leren kennen. Ze komen aangestormd om me in de armen te vallen bij het begin van een nieuw kamp en er stromen vaak traantjes op het einde van de vakantie. Voor vele kinderen is het afscheid telkens een hartverscheurend moment dat ook mij als monitor niet onberoerd laat.’

groepsfoto kinderen op kamp

Op kamp ontstaan tussen de kinderen sterke connecties

 

Ook ontroerend zijn de broers en zussen die vaak in de avonturenvakanties zitten. ‘Er is bijvoorbeeld een jongen die het vaak lastig heeft. Zijn zusje probeert steeds eerst om hem te troosten en komt ons dan halen als dat niet lukt.’ Ook onder de andere kinderen ontstaan er soms sterke connecties. Aure vertelt over een groepje van zes kinderen die uit alle uithoeken van Vlaanderen komen. Tussen de kampen zijn ze met elkaar in contact via sociale media. ‘Ze trachten er nu telkens voor te zorgen dat ze in dezelfde kampen terechtkomen zodat ze elkaar kunnen terugzien.’

“Voor vele kinderen is het afscheid telkens een hartverscheurend moment dat ook mij als monitor niet onberoerd laat.”

Aure

 

Plezier vinden in kleine dingen

Het is duidelijk dat Aure de rol van monitor met hart en ziel opneemt. Ik ben benieuwd naar haar toekomstplannen nu ze is afgestudeerd van de middelbare school. ‘Ik ga orthopedagogie studeren,’ zegt ze resoluut. Ze glimlacht. ‘Vroeger dacht ik onderwijzeres te worden maar op basis van mijn ervaringen hier zijn die plannen veranderd. Ik wil werken met jongeren buiten een schoolse context. Ik wil hen leren om elkaar met respect te benaderen. Maar ook wil ik hen bijbrengen om te genieten van het leven. Om plezier te vinden in kleine dingen.’

 

Foto's: Aure Deroubaix

Aure Deroubaix

In gesprek met

Aure Deroubaix is zeventien en sinds twee jaar verbonden als monitor en animator aan The Outsider Club. The Outsider Club biedt sportieve en avontuurlijke activiteiten aan voor kinderen en jongeren van zes tot dertig jaar met het oog op participatie, ontwikkeling en ontplooiing. Een deel van het aanbod is specifiek afgestemd op kinderen en jongeren uit maatschappelijk kwetsbare situaties. In de herfst begint Aure aan haar hogere studies: orthopedagogie.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 10 september 2019 in de categorie Kinderen.

Eva De Groote

Neergepend door

Eva De Groote dwaalt nieuwsgierig rond om mensen te ontmoeten en kleine verwonderingen in woorden te vatten. Met een voorgeschiedenis als organisator in de kunsten is ze vandaag onafhankelijk aan de slag als romanschrijver en verhalenvinder. 

Vakantie helpt kinderen tonen wie ze zijn

In gesprek met Tijs Deheegher, Plokkersheem | 8 mei 2019

Ooit was het Plokkersheem in het landelijke Watou een rusthuis voor ouderen. Vandaag is het een trekpleister voor uiteenlopende groepen die er de weg vinden via scholen of jeugdwerkingen. De kinderen kunnen er terecht voor zuurstof en voor ambachten. Tijs Deheegher is coördinator van het Plokkersheem. Zijn ervaringen bij de jeugdbeweging komen van pas om ervoor te zorgen dat de kinderen zich thuis voelen op hun vakantieverblijf én dat ze iets bijleren. Over ambachten en over zichzelf.

Informatie verstrekken, boekingen aanmaken, workshops geven, de tuin onderhouden. Tijs doet het allemaal, en met veel enthousiasme. Scholen kunnen intekenen op de workshops van Plokkersheem, die hebben allemaal een STEM inslag (Science Technology Engineering Mathematics). ‘Voor de metaalworkshop bijvoorbeeld gaan we eerst op bezoek bij een bedrijf hier in de buurt,’ zegt Tijs, ‘daarna gaan we aan de slag op het zolderatelier tot we een werkend lampje hebben.’ Naast metaal wordt er ook met onder meer leer, hout en karton gewerkt.

Bloeien

Kinderen laten proeven van ambachten is een van de achterliggende ideeën voor de activiteiten. Maar even belangrijk zijn de andere sprongen die kinderen maken door op meerdaagse uitstap te gaan. ‘Er wordt vaak heel wat wakker gemaakt tijdens zo’n week. Sommige kinderen bloeien helemaal open nadat ze hebben ontdekt dat ze bepaalde dingen goed kunnen.’

"Kinderen bloeien helemaal open nadat ze hebben ontdekt dat ze bepaalde dingen goed kunnen." - Tijs Deheegher

Tijs vertelt dat het vaak de timide kinderen zijn die hem doorheen de week verrassen. ‘Sommigen blijken ineens erg goed in techniek bijvoorbeeld en komen uit hun schulp om anderen dingen aan te leren,’ zegt Tijs. Hij is er zichtbaar fier over.

Experimenten

Dat een verandering van context verse zuurstof en nieuwe perspectieven brengt, hoort Tijs keer op keer van de leerkrachten. Een uitstap kan ook ruimte bieden voor sociale experimenten. ‘Soms zijn er moeilijke dynamieken in de klas en kunnen die ontgrendeld worden of verschuiven door op meerdaagse te komen,’ zegt Tijs. Net daarom is het zo belangrijk dat alle kinderen mee kunnen op schoolreis. Het is een bezorgdheid van Tijs waar hij ook in de jeugdbeweging waar hij actief is, mee bezig is. Dat iedereen mee kan vraagt soms extra inspanningen, zo leerde Tijs.

Hij vertelt over de Roemeense nieuwkomers in zijn dorp, een vader en zijn zoon van zeven. ‘We gingen op huisbezoek om hen uit te nodigen voor de jeugdbeweging. Ik schrok ervan dat het zoveel voeten in de aarde had om alles administratief in orde te krijgen.’ Uiteindelijk lukt het. De jongen startte in de jeugdbeweging bij het begin van het seizoen met amper een paar woorden Nederlands in zijn register. De kinderen gebruikten aanvankelijk letterlijk handen en voeten om met elkaar te communiceren. ‘Intussen is de jongen helemaal deel van de groep, zijn Nederlands is erg goed geworden,’ zegt Tijs. ‘En de papa is een van de weinige ouders die na elke vergadering een hartelijk praatje met ons komt slaan.’

De kracht van een netwerk

Bij het Plokkersheem en in de jeugdbeweging ondervond Tijs dat vakantie voor kinderen plezier, ontspanning en ook groei kan teweegbrengen. Hij wil dat dit voor zoveel mogelijk jongeren en kinderen mogelijk wordt. ‘Kinderen mogen niet uit de boot vallen omwille van financiële redenen of andere drempels. Maar er een paar dagen tussenuit trekken om eens iets totaal anders te beleven is jammer genoeg niet voor iedereen evident.’

"Moeilijke dynamieken in de klas kunnen verschuiven door er samen enkele tussenuit te zijn."

Op een netwerkavond, waar ook iemand was van Iedereen Verdient Vakantie, realiseerde Tijs zich dat samenwerking veel kansen inhoudt. ‘Het kan toch niet zijn dat sommige kinderen gewoonweg niet mee kunnen op vakantie. Ik ben hier nu anderhalf jaar op het Plokkersheem. Nu ik de werking goed onder de knie heb, wil ik graag onderzoeken wat we extra kunnen doen voor groepen die drempels ervaren.’ 

foto: Plokkersheem

Tijs Deheegher

In gesprek met

Tijs Deheegher (25) is actief bij jeugdbeweging KSA en sinds anderhalf jaar coördinator van Het Plokkersheem in Watou.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 8 mei 2019 in de categorie Kinderen.

Eva De Groote

Neergepend door

Eva De Groote dwaalt nieuwsgierig rond om mensen te ontmoeten en kleine verwonderingen in woorden te vatten. Met een voorgeschiedenis als organisator in de kunsten is ze vandaag onafhankelijk aan de slag als romanschrijver en verhalenvinder. 

Een hart van/voor peperkoek

In gesprek met Emma Spitaels | 18 december 2018

In Geraardsbergen staat een huisje
'k Keek eens door het vensterraam
Daar kwam Emma aangelopen
​Klopte aan de deur

Het lijkt het begin van een kinderliedje, maar het is het begin van mijn gesprek met Emma. We ontmoeten elkaar vlak voor de start van het Forum Iedereen Verdient Vakantie 2018. Ze staat wat onwennig aan een tafeltje. Ze wacht op de collega’s van het Rap-op-Stapkantoor waar ze al zes weken stage loopt. Emma vertelt me over de ‘HOOP’ die ze mocht ontdekken in het Peperhoekenhuisje, een sociaal buurthuis in Geraardsbergen. Vrijwilligers slaan er de handen in elkaar en creëren een ontmoetingsplek waar iedereen welkom is. Waar iedereen een stem heeft om van het huis een thuis te maken.

'Een paar weken geleden kwamen de kinderen van De Mozaïek langs, een basisschool voor buitengewoon onderwijs uit de buurt. Ze kwamen Sintliedjes zingen, samen met een groep volwassenen die vechten tegen armoede. Dat is op zich al mooi, maar het werd plots nóg mooier.' Emma’s ogen stralen als ze vertelt.

'De kinderen begrepen de liedjesteksten niet steeds even goed. Het was ook niet evident om alles te onthouden. Tot de volwassenen met het idee kwamen om gebaren te gebruiken. Met hun handen vormden ze een driehoek boven hun hoofd als het over de mijter van de Sint ging bijvoorbeeld. Het zingen werd direct een stuk makkelijker én plezanter! Voor de groten gaf het nog meer betekenis aan hun namiddag. Zij maakten het verschil voor iemand anders. En de kleinsten? Die genoten met volle teugen van de bijna individuele aandacht die ze kregen. Plots hadden ze niet één leerkracht voor de hele groep, maar zo goed als elk een eigen begeleider. Die aparte benadering zorgde voor magie!'

’s Avonds vertelde Emma het verhaal thuis aan iedereen die het wou horen. Ook in de hogeschool vertelde ze erover aan haar medestudenten in het reflectiegroepje.

'Het heeft mijn blik verruimd', gaat Emma verder. 'Ik probeer het idee van verschillende doelgroepen samenbrengen mee te nemen naar andere organisaties waar ik misschien nog terecht zal komen. De voldoening die dit moment bracht, wil ik blijven ervaren. Partners zoeken is dus enorm belangrijk. Daar kan dit Netwerk Iedereen Verdient Vakantie veel in betekenen.'

Kom maar in mijn huisje klein
‘k Zal u dankbaar zijn!

Emma Spitaels

In gesprek met

Emma Spitaels studeert Sociaal Werk aan de Artevelde Hogeschool in Gent. Zelf woont ze inGeraardsbergen. De stage die ze momenteel loopt bij het Rap-op-Stapkantoor in Geraardsbergen, is dus een ‘thuismatch’.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 18 december 2018 in de categorie Kinderen.

Stijn Dujardin

Neergepend door

Stijn Dujardin werkt op de dienst communicatie van de stad Diksmuide. Hij is de trotse papa twee dochters S en D die hij razendsnel ziet veranderen. Hij herkent zichzelf in de deugnieterij van zijn zoon O. Deze Westhoekman is constant op zoek naar verbinding en is gek op verhalen, picon en zijn madam. Samen met haar geniet hij vooral van verdwalen in een vreemde stad en verrast worden door wat er om het hoekje te vinden is.

Op kamp om het boeiende geschenk van het leven te ontdekken

In gesprek met Gil Géron | 26 april 2018

Vraag aan kinderen welke kostbare herinneringen ze koesteren aan op kamp gaan, en ze vertellen verhalen over avonturen, op tocht gaan en samenzijn met vriendjes. Begeleid door jonge monitoren springen ze in belevenissen die thuis niet zomaar kunnen. Ze trekken kleren aan die mama liever niet wil dat ze dragen. Ze worden vies en schrobben zich weer blinkend schoon. Ze ontdekken dat ze buiten te lijntjes kunnen kleuren, en dat net buiten die ‘normale’ dingen verrassingen liggen. Dat helpt hen ontdekken wie ze zijn, waar ze plezier in hebben en hoe bijzonder het leven wel kan zijn.

Gil Géron ging op bezoek bij kinderen in de klas, kinderopvang en op vakantiekampen. Ze speelde en praatte met hen over op kamp gaan. Omdat ze wil begrijpen hoe kinderen kampen beleven, hoe volwassenen ernaar kijken en wat we met z’n allen kunnen doen om meer kinderen een heerlijke kampervaring te bieden.

Gil, wat ontdekte je zoal?

Gil: ‘Het verraste me dat het jeugdwerk maar oppervlakkig gekend is bij ouders en leerkrachten. De meesten komen niet verder dan de jeugdbeweging en de kampen van ziekenfonds. Nogal wat volwassenen hebben daar trouwens zelf amper ervaring mee en zien kampen en andere vakantie-activiteiten als alternatieve opvang in de vakantieperiodes. Dat is jammer, vind ik. Want het jeugdwerk is breed,  divers en op een bijzondere manier complementair aan het schoolse leven van kinderen.’

Waarin zit die complementariteit tussen onderwijs en jeugdwerk dan precies?

Gil: ‘In het reguliere onderwijs worden kinderen voorbereid op volwassen worden in een wereld die een buitensporige nadruk legt op succesvol zijn op de arbeidsmarkt. Van kinderen wordt al heel vroeg verwacht dat ze presteren. Hun prestaties worden bovendien voortdurend beoordeeld.

"In het jeugdwerk wordt ook geleerd, maar op een andere manier. Zonder oordeel van volwassenen over hun prestaties."

Kinderen vinden op kamp vrijheid in gedachten en doen. Ze leven samen met andere kinderen en jongeren. Ze trekken hun plan op avonturen. Ze ontdekken hun talenten en persoonlijkheid in het dingen doen. Daar is geen oordeel van volwassenen over wat ze goed kunnen voor ‘later’. Het jeugdwerk draait niet om presteren, maar om beleven. Beleven vindt plaats in het moment zelf. Net die nadruk op beleven zonder prestatiedwang geeft kinderen ontwikkelingskansen die ze in het onderwijs niet vinden.’

Wat leren kinderen op kamp wat niet op school geleerd wordt?

Gil (lacht): ‘De afwas doen, hun kamer dweilen, het toilet schoonhouden: dat zijn vaardigheden die ze nodig hebben, maar waarmee ze amper nog oefenen. Maar ze leren bijvoorbeeld ook omgaan met verveling. Dat is best bijzonder, in een tijd waarin de aandacht van kinderen benomen is door school, buitenschoolse activiteiten en schermtijd.  In die nieuwe ervaring van open tijd vinden kinderen  kansen om hun gedachten de vrije loop te laten. Zo leren ze reflecteren op wat ze meemaken, wie ze zijn en waar ze van dromen. Ze leren dingen als flexibel zijn, vertrouwen op anderen, rekening houden met elkaar en omgaan met onverwachte dingen. Op kamp en in jeugdactiviteiten is leren gericht op het proces. Niet op de prestatie, het product.

Bovendien zijn er ook wel cognitieve vaardigheden die je makkelijker leert in het jeugdwerk dan op school. Een eigen mening vormen is daar een voorbeeld van. Het is moeilijk een eigen visie te vormen als je kennis moet reproduceren om goeie punten te krijgen. Bovendien merkte ik in de klas geregeld dat tussen de lijnen door het leven-zoals-we-denken-dat-het-is bestendigd lijkt. Dat we kinderen inpassen in volwassen beelden over wat zogenaamd normaal is.’

Hmm, dat klinkt als een sterke stelling. Vertel me meer.

Gil: ‘Een voorbeeld: een leerkracht vraagt aan de kinderen om een brief aan papa te schrijven. Maar wie zegt dat elk kind een papa heeft waar het aan brief aan kan schrijven? Onbewust blijven we vertrekken vanuit het idee dat elk kind leeft in een gezin. Dat bovendien zo’n gezin een mama en papa heeft. Terwijl kinderen vandaag in heel verschillende gezinssituaties opgroeien.

"Echte diversiteit groeit uit het respect voor het unieke van elk kind en de context waarin het leeft."

Op een ander moment vroegen we kinderen iets te tekenen over vakantie. Een positieve of negatieve ervaring, alles mocht. Een van de kinderen wilde geen negatieve ervaring tekenen, maar er wel over vertellen. Misschien was het voor dat kind te moeilijk, omdat een beeld op papier iets zou vastzetten? Ook daar leerde ik: we geven kinderen misschien nog te vaak opdrachten vanuit onze eigen leefwereld. Maar wat voor mij werkt, werkt daarom niet voor dit kind.

Voor mij gaat het over kunnen spelen met diversiteit. Dat groeit uit respect voor het unieke van elke persoon en de context waarin die leeft. Zijn we klaar om bedachtzaam met die superdiversiteit om te gaan? Ik twijfel. En ik hoop.’

Vertel me over jouw hoop.

Gil: ‘Nu lijkt ontwikkeling vooral gericht op kinderen voorbereiden om later succesvol mee te kunnen draaien in het arbeidsproces. Ik zou dat willen omkeren. Ik droom ervan dat kinderen het boeiende geschenk van hun leven kunnen ontdekken. Dat ze hun talenten ontplooien en hun dromen kunnen volgen. Dat ze mogen ontdekken wat ze nodig hebben om gelukkige mensen te worden. Want het leven is zo boeiend, zo prachtig!’

Als je jouw ontdekkingen en je hoop aan elkaar koppelt, waar hebben we dan nu werk te doen?

Gil: ‘Het jeugdwerk is een waardevolle plek waar kinderen de volheid van het leven kunnen ontdekken. Die boodschap zou dichter bij leerkrachten en ouders mogen komen, vind ik. We moeten hen kansen geven om het jeugdwerk van nabij te zien en te beleven. Dan kunnen zij die mooie wereld openen voor hun kinderen.

"Als ouders en leerkrachten het jeugdwerk van nabij kunnen beleven, kunnen zij die mooie wereld openen voor hun kinderen"

Ik wil die taak niet zomaar naar het onderwijs doorschuiven. Het jeugdwerk heeft daar ook een rol in op te nemen. Daarom is het goed dat de sector zich meer bewust wordt van haar unieke waarde in het leven van kinderen en jongeren. Dat ze niet te losjes omspringen met concepten die uit andere levensdomeinen komen aanwaaien. Ik geef een voorbeeld: het competentie-denken lijkt hier en daar door te dringen in het jeugdwerk. Ik denk dat we daar voorzichtig moeten mee zijn. Voor we het weten, belanden we in een jeugdwerk dat haar werk zal toetsen in termen van presteren en resultaten.

Ooit wil ik wakker worden in een samenleving die diversiteit viert als de unieke schoonheid van het leven. Met ouders, scholen en jeugdwerk die elk op een unieke manier ruimtes creëren waarin kinderen het leven kunnen exploreren. Zodat kinderen hun eigen plekje in de wereld kunnen vinden.’

Gil Géron

In gesprek met

Gil Géron heeft een voorliefde voor taal en verhalen. Met haar centrum voor leesbevordering Narrata brengt ze verhalen tot bij kinderen en hun ouders. Tot vorig jaar werkte ze in het jeugdwerk, eerst als coördinator bij Crefi, later bij Koning Kevin.  Op vraag van het netwerk Iedereen Verdient Vakantie ging ze op onderzoek naar vakantie- en kampervaringen van kinderen. Via muziek, verhalen, creatief werk en toneel haalde ze verhalen van kinderen naar boven. Tijdens die rondreis door Vlaanderen sprak ze ook met leerkrachten, ouders en monitoren in het jeugdwerk.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 26 april 2018 in de categorie Kinderen.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Jeugdverblijf lanceert steunfonds ‘Iedereen mee op schooluitstap’

In gesprek met Erwin & Sabine, initiatiefnemers Oud Klooster | 20 maart 2018

Elk kind moet kunnen genieten van een meerdaagse schooluitstap, vinden de initiatiefnemers van jeugdverblijf Oud Klooster in Dikkele (Zwalm). Bij het prille begin van de lente pakten ze uit met hun steunfonds. Met dat unieke initiatief wil het jeugdverblijf toegankelijker worden voor scholen met een groot aantal kinderen uit kansarme gezinnen. Coördinator Erwin Eraerts en zijn team werkten een praktisch en financiëel partnerschap uit, waarbij scholen én jeugdverblijf elk een deel van de inspanning doen om elk kind die meerdaagse uitstap te gunnen. En er is meer: het Oud Klooster gaat volop mee op verhalentoer. De toercaravan van Vakantieparticipatie krijgt een definitief plekje op het domein in Dikkele. Kinderen zullen in die knusse ruimte plezier beleven aan het vertellen van hun vakantiebelevenissen.

Met het Steunfonds ‘Iedereen mee op Schooluitstap’ kan het jeugdverblijf bepaalde scholen een korting geven op de kosten van een meerdaags verblijf in Dikkele. Scholen met een score van 50% of meer op de SES (Sociaal Economische Status van gezinnen van de leerlingen) kunnen korting aanvragen op de totale kost van hun verblijf. De raad van bestuur van het Oud Klooster beslist over de hoogte van de korting, die 10 tot 20% kan bedragen. De middelen voor het fonds komen van eigen initiatieven, verkoop van producten en giften. Erwin Eraerts, zijn echtgenote Sabine De Groote en hun team zien het steunfonds als een concreet partnerschap met scholen.

"Met ons steunfonds hopen wij de financiële drempel van sommige scholen te verlagen. Tegelijk vinden we het belangrijk dat de school zelf ook inspanningen doet om bijkomende middelen te verzamelen." - Erwin & Sabine

Op 18 maart werd het initiatief feestelijk voorgesteld en kwamen de eerste euro’s voor het steunfonds binnen. Bijna 200 mensen zakten af naar de kerk van Dikkele, waar theatergezelschap Speranza het stuk ‘Tanya’ bracht. De inkomsten gaan integraal naar het steunfonds. Voorzitter van Speranza Herman Becue: ‘Wij houden van theater. En wij, bestuur en spelers, hebben het goed. We hebben genoeg. Dus spelen wij graag – en uitsluitend – voor goede doelen, zoals dit. Omdat het belangrijk is dat elk kind met zijn klasje mee op uitstap kan.’

Na het theater stroomde het Oud Klooster vol met enthousiaste bezoekers. Om elkaar te ontmoeten en bij te praten bij een kop koffie en wat lekkers, of een bijzonder biertje. Het Oud Klooster werkt samen met Brouwerij 3 fonteinen (Beersel) en Nougat Vital. Deze makers van lokaal en artisanaal lekkers stellen hun producten aan fabrieksprijs ter beschikking van het jeugdverblijf. De inkomsten van verkoop gaan integraal naar het steunfonds. En wie een kunstwerk uit de gelegenheidsexpositie van Didier Van De Steene koopt, helpt ook mee. De kunstenaar schenkt een derde van de opbrengst aan het steunfonds.

toercaravan

De toercaravan van Vakantieparticipatie wordt een babbelbox met vaste standplaats in Dikkele.

Het idee van het steunfonds ontstond tijdens een brainstormmoment met collega’s, in een Appreciative Inquiry lerend netwerk van Vakantieparticipatie. In dat netwerk vatten Erwin en zijn team trouwens ook een liefde op voor verhalen die tonen hoe waardevol vakantie is. Die liefde krijgt dit jaar een heerlijk vervolg. De caravan, waarmee Vakantieparticipatie in 2017 op toer trok, vindt zijn laatste verblijfplaats op het domein van het Oud Klooster. Het toerkarretje wordt een babbelbox, waar kinderen verhalen kunnen vertellen over hun belevenissen in en rond het Oud Klooster.

Erwin & Sabine, Oud Klooster

In gesprek met

Erwin Eraerts en Sabine De Groote en hun team van medewerkers en vrijwilligers zijn de drijvende krachten achter het jeugdverblijf Oud Klooster in het pittoreske Dikkele (Zwalm). Het Oud Klooster is een vakantieplek voor het jeugdwerk, openluchtklassen, vrienden- en familiegroepen. Ook organisaties kunnen voor hun meerdaagse activiteiten in het Oud Klooster terecht. In samenwerking met vzw Kompas ontwikkelde het jeugdverblijf ook een aanbod voor groepen jonge mensen met een verstandelijke en/of licht motorische beperking. In maart 2018 vierden ze hun vijfjarig bestaan.

Het Oud Klooster is – ‘vanzelfsprekend’, zou Erwin zeggen – partner in het netwerk ‘Iedereen Verdient Vakantie’.

Wie het steunfonds een warm hart toedraagt, kan helpen. Lees hier meer.

Dit verhaal werd gepubliceerd op 20 maart 2018 in de categorie Kinderen.

Neergepend door

Griet Bouwen is Storyweaver voor het netwerk Iedereen Verdient Vakantie. Ze houdt van een hartelijk gesprek en stelt graag vragen die een verschil maken. Heb je zelf een verhaal dat je graag deelt? Contacteer onze redactie en zet je verhaal kracht bij.

Pagina's

Copyright © 2024 Steunpunt vakantieparticipatie | Disclaimer | Privacy |